In ‘Shame, The Power of Caring’ geeft Gershen Kaufman een voorbeeld van hoe iemand tot schaamte komt. Dit voorbeeld komt zo overeen met voorbeelden die ik lees over gaslighting, dat ik niets anders kan dan concluderen dat gaslighting schaamte veroorzaakt. Gaslighting is subtiele of minder subtiele vernedering. In het voorbeeld van Gershen Kaufman is er misschien minder opzet in het spel dan bij opzettelijke gaslighting; het resultaat is hetzelfde. De ge-gaslighte zit met schaamte opgescheept waarmee hij geen kant uit kan.
Het afbreken van de interpersoonlijke brug
Gershen Kaufman legt uit wat de ‘interpersonal bridge‘ is. In een ideale situatie smeden we in relaties een band die gebaseerd is op wederzijds vertrouwen en respect. Er is een gevoel van veiligheid wanneer er in deze relatie van respect, beide personen gehoord en gezien worden. Deze band is de ‘interpersonal bridge’; een gezonde verstandhouding. Deze verstandhouding, relatie of band is wederzijds. Er is wederzijds vertrouwen die een gevoel van veiligheid bieden zodat beide mensen kunnen groeien en leren van elkaar en elkaar kunnen liefhebben.
Op deze interpersoonlijke brug kunnen mensen ervan op aan dat ze wederzijds die brug kunnen oversteken. Zo kunnen ze zich bijvoorbeeld kwetsbaar opstellen als ze iets nodig hebben. Ze kunnen hun behoeftes uitspreken en hierop een antwoord verwachten. Op het moment dat een van beide mensen eenzijdig deze brug afbreekt, en jou met het gevoel achterlaat dat je er niet meer toe doet, ontstaat schaamte. De interpersoonlijke brug is gebouwd op bepaalde verwachtingen waar we op kunnen rekenen. Het leren vertrouwen op de wederzijdse uitwisseling van wat we nodig hebben in het leven, is een basisbehoefte. We kunnen als mensen niet zonder elkaar. Als deze basisbehoefte opeens als verkeerd wordt bestempeld door het eenzijdig afbreken van deze band, kunnen we niets anders dan onszelf beschuldigen. Dat ik daar weer ingetrapt ben om hem te vertrouwen is dan het antwoord. De boosheid en frustratie die ontstaat op het moment dat de ander de brug afbreekt is een reactie op de pijn die gevoeld wordt. Als dan die boosheid vervolgens beschuldigd wordt, is er sprake van een 1-2tje in gaslighting.
Gaslighting: het geven en ontnemen van hoop
Voorbeeld 1: genegeerd en verraden worden als voedingsbodem voor schaamte
Een jongen van 12 kijkt erg op tegen zijn oudere broer. Hij is alles voor hem. Samen maken ze plannen om voor komend jaar kaartjes te kopen voor een grote voetbal wedstrijd. De jongen is in de wolken en is er de rest van het jaar mee bezig. Het komend jaar is begonnen en in gedachten telt de jongen de dagen af. In de lente verloofd de oudere broer zich en trouwt in de zomer. In de herfst komt het voetbalseizoen eraan maar over de plannen die de broers hadden, wordt niet meer gepraat. Sterker nog; de broer en zijn vrouw hebben kaartjes voor zichzelf gekocht zonder het broertje daarover te informeren. Als de jongen erachter komt wordt zijn hoop ontnomen en het vertrouwen in zijn broer is ernstig beschadigd. De jongen blijft genegeerd en verraden achter met een onvervuld verlangen die hij niet meer kan uiten. Hij leert dit verlangen te onderdrukken en te bestempelen als slecht.
Voorbeeld 2: iets beloven, weer terugtrekken en de boosheid hierover afstraffen
In bovenstaand voorbeeld is de oudere broer zich niet bewust van zijn actie. Hoewel er sprake is van emotionele verwaarlozing, de jongen wordt compleet over het hoofd gezien, is er geen sprake van opzettelijke mishandeling. Dit is echter wel het geval bij narcistische mishandeling.
Een moeder belooft haar dochter een naaimachine. De dochter wordt meegenomen naar een naaimachinewinkel waar ze uitgebreid voorgelicht worden over de meest geschikte machine. “Wij sponsoren wel” belooft de moeder, zonder concreet af te spreken wat sponsoren precies inhoudt. De machine wordt nog niet aangeschaft maar de dochter heeft zich wel alvast ingeschreven voor naailes. Ze laat haar moeder weten van de naaicursus maar de moeder reageert niet of nauwelijks. De weken vorderen en de naaimachine is nog niet aangeschaft. Elke keer als de dochter ‘hint’ naar de naaimachine, geeft de moeder niet thuis. De dochter besluit de naaimachine alvast zelf te kopen met geld dat ze eigenlijk niet heeft. Ze gaat rood staan op de bank, in de verwachting dat de moeder haar belofte nakomt.
Enkele weken na aanvang van de naailes, komt de dochter terug op de ‘sponsoring’. “Mam, nog even over die naaimachine, hoe zit het nou met die sponsoring?”. De moeder antwoord kort: “volgens mij is het niet meer nodig”. De dochter denkt snel, ja er zit een kern van waarheid in, ik heb immers de machine al aangeschaft. Toch klopt er iets niet voelt ze. De dochter wordt boos en confronteert haar moeder: “maar je had het beloofd”. De moeder antwoord ijzig kalm: “maar als ik jou iets moet geven, dan moet ik het ook aan je zus geven. En ik schrik ervan dat je zo boos doet”.
Gaslighting: tegen jezelf opgezet worden
Of een situatie nu opzettelijk is of niet, het geven en ontnemen van hoop laat de ander achter met frustratie. Op het moment dat deze frustratie aangewezen wordt als ‘fout’ is er sprake van gaslighting. Het is echter niet het verlangen dat fout is maar het afstraffen of ontkennen van dat verlangen. Door iets te beloven kun je iemand aan je binden. Je wekt hoop op waardoor de ander open staat. De verwachting en de hoop maken iemand ook kwetsbaar. Iemand met kwade bedoelingen kan deze hoop gebruiken, om jou tegen jezelf op te zetten. Het is een 1-2tje in de wereld van manipulatie. Iemand belooft je iets, laat het verdwijnen en wijst vervolgens jouw frustratie aan als de dader. Dit tegen jezelf opgezet worden is de basis van schaamte.