Functionele schaamte is een begrip dat nuttig klinkt maar is het dat ook? Voor wie is die schaamte functioneel?
Schaamte als reactie op gevaar
Schaamte is de bevriezing of verstarring in Vechten, Vluchten en Verstarren. Het is een respons op gevaar. Je loopt rood aan omdat je adrenaline naar je hoofd stroomt op het moment dat je afgewezen kunt worden. Wat je ervaart is een doodsbedreiging, omdat je uit de groep verstoten kan worden.
In De Tijger ontwaakt beschrijft Peter Levine hoe dat verstarren werkt. In de natuur gaat een dier voor dood liggen als het niet kan vechten of vluchten. Het verstarren is dan nog de enige uitweg. Pas als het gevaar geweken is komt de bevriezing los en springt het dier op en rent er vandoor. Dan gaat het op zijn gemak de opgebouwde spanning losschudden. Maar mensen doen dat niet altijd. Huilen is een vorm van het losschudden van opgebouwde spanning, maar in veel gevallen wordt de traumatische ervaring vastgezet in het lichaam.
Functionele schaamte als overlevingsstrategie
Schaamte wordt ten onrechte als een emotie gezien. Maar dat is het niet, het is een reactie van onvermogen om te vechten of te vluchten. Schaamte is de bliksemsnelle overweging dat je niet sterk genoeg bent om te vechten en niet snel genoeg bent om te vluchten. Verstarren is dan het enige dat overblijft. Je maakt jezelf ter plekke klein, je kunt wel door de grond zakken zo klein. Je moet jezelf klein maken om te kunnen overleven.
Voor wie is de schaamte functioneel?
Als er structureel gevaar is en je hebt jezelf klein moeten maken om te kunnen overleven, dan wordt schaamte een ballast. Als je als kind vaak te horen hebt gekregen dat je je zou moeten schamen, dan is er geen sprake meer van functionaliteit. Iemand die zich schaamt houdt zich wel gedeisd en dat kan voor andere gezinsleden weer nuttig zijn. Zo wordt schaamte ingezet als psychologisch wapen om controle te houden. Dit gebeurt in het klein in (disfunctionele) gezinnen maar ook in het groot in kerk en maatschappij.
Liever gezonde grenzen dan functionele schaamte
Schaamte is een opsplitsing binnen jezelf tussen een deel dat er wel mag zijn en een deel dat er niet mag zijn. Het deel dat er wel mag zijn, wat conform de groepsnormen opereert, is niet noodzakelijk wie jij in zijn geheel bent. Het deel dat er niet mag zijn, wat in de schaduw leeft, ervaart isolement. Deze opsplitsing is mentaal en fysiek niet gezond. Daarentegen is ‘onbeschaamd’ gedrag weer een risico om verstoten te worden. Om schaamte te voorkomen zijn gezonde grenzen nodig. Waar kan ik ongedwongen mezelf zijn en toch niet het risico lopen om in een maatschappelijk isolement te komen.
Schaamte heeft, als verstarrende respons op gevaar, niet het vermogen om zelf weer uit die verstarring te komen. Bij schaamte is er altijd een grens overschreden die moeilijk hersteld wordt. Het begrip functionele schaamte kan daarom beter vervangen worden door functionele grenzen. Schaamte is een traumarespons en daar is niets functioneels aan. Als kind en volwassene gezonde grenzen kunnen stellen is daarentegen zeer functioneel.